Haiku 26

 

met diepe passen
zwoeg ik door de sneeuw naar huis –
vader in mijn spoor

 

ook nu ontwaart zij
geen blik van verstandhouding
in haar spiegelbeeld

 

haar kamerplanten
al uren in de regen – zij
even naar een vriend

 

het geploegde veld
gaat over in de schaduw
van drie torenflats

 
 

Vorige pagina: Haiku 27          Volgende pagina: Haiku 25