Drie impressies ― haibuns ― bij drie haiku’s van Taniguchi Buson, 1715-1783

1

Mijn dromen en betrachtingen lijken mij op dit moment onwijs. Was het niet Richard Gere, aanhanger van het Tibetaans Boeddhisme, die de beroemde woorden sprak: Alles wat met geld kan worden aangekocht is waardeloos?

Sinds ik afstand neem van de opdringerige materiële realiteit, voel ik in het diepste van mezelf een bevrijding. Eensklaps zindert er iets in de lucht, het lijkt of honing door mijn aderen sijpelt. Eindelijk kan ik oog hebben voor het wonderlijke, het ondoorgrondelijke, het tijdloze.

En zie eens, hoe verrukkelijk ― gewoon kijken naar de zee:

Zie eens ― heel de zee,
dat almaar golvende blauw,
al de dagen door.

De zee trekt zich niets aan van menselijke esbattementen: ze is er altijd, golft en kabbelt en blauwt. Zij is er helemaal, voor de eeuwigheid.

2

Het paadje loopt dood
waar geur van wilde rozen
je tegemoet komt.

Een doodlopend pad in het bos. Hoe de verrukkelijke geur van wilde rozen naar mij toekomt. Zal in deze fase van mijn leven toch nog ― en net dan ― een onverwachte en intense gelukservaring naar me toe komen?

Plots voel ik een hoopvol verlangen, een verlangen dat warempel me tegemoet komt. Constant kijk ik door het raam, wacht gespannen af. De weelderige bloei van mijn schitterende Hibiscus syriacus is nabij. Tot begin september zal hij me elke dag in betovering brengen. Popelend van ongeduld beeld ik mij de verrukking in, die ik ervaar bij het staren naar de frêle, zachtroze bloementinten.

3

De herfst, mijn lievelingsseizoen. In de zomer wordt het landschap door de zon gekust. Deze warmte blijft een tijdje hangen. De personages die zich in dit landschap bewegen, blijven nog lang een dieprode blos vertonen.

Vertoon ik ook een dieprode blos? Neen, ik kijk in de spiegel en zie een rozig gelaat. Het gelaat van mijn moeder. Van mijn vader erfde ik zijn golvende, witte haren. Zijn kracht. En wanneer ik in mijn huisje rondkijk, herken ik hun rommelige nonchalance.

Het gebeurt me herhaaldelijk, dat ik in gedachten dit huis verwissel met het huisje van mijn ouders. Het is een vreemd maar levensecht fenomeen: ook mijn dromen spelen zich dikwijls af in mijn geboortehuis, in het landschap van mijn jeugd. Ver van de wereld.

Het blad herfstgetint
― mijn oude ouders, hun dorp;
ver van de wereld.

Nicole Van Overstraeten

 
 

Vorige bijdrage: René Rhee          volgende bijdrage: Henk van der Werff