Duet 26

Vertelling: Vera – 1

het is nog zo vroeg
toch een tijd van wakker liggen
om van alles, om jou

Gisteren hebben we vader begraven. Hij overleed zomaar, in zijn slaap. Een zachte dood maar zo onverhoeds; geen voortekenen. Ja, steeds ouder. Iedere week stapten wij naar het kerkhof. ‘Eens kijken, Veertje, wat zij ons nu weer te zeggen heeft.’ Eenmaal daar knikte hij vaak en vertelde allerlei. En meestal: ‘Wat kun je toch goed luisteren, schat.’ Een maandje geleden merkte hij op: ‘Wel koud hier te liggen zeg.’ Tijdens zijn teraardebestelling woei het, met sneeuwvlagen. Mijn broer, hand in hand naast me, zei: ‘Van dit weer is vader bevrijd; hij hield er echt niet van.’

Duet 26

De regenboog

klokgelui van ver
vader, ik mis je nu meer
dan toen aan het graf

Terugkomend van een woestijntrektocht in de Negev ontvang ik het overlijdensbericht. De avond vóór de begrafenis ben ik weer thuis. Sta de volgende morgen aan het graf, waarin zijn kist wordt neergelaten. De priester zegent met wijwater; het zonlicht breekt erin met steeds heel even uiteenspattende kleuren. Hij hield zo van de regenboog; had het dan over de pot met goud die aan beider uiteinden zou staan maar tot nu toe nooit gevonden werd. In de loop van de tijd verzachtte het verdriet om hem en ging op in het steeds gevoeld gemis van hem. Terwijl hij er blijft zijn.

 
 

haibun: vera bergman        foto: vera bergman        haibun: simon buschman

 
 

Vorig duet: Duet 25          Volgend duet: Duet 27