Haiku 36

 

de schouders breed,
vuisten in de zij, kin vooruit,
zijn broer achter hem

 

bij elk zuchtje wind
schuiven er etensgeuren
door mijn achtertuin

 

tussen de afwas
staat zij aandoenlijk te glimmen,
de schaal – nep delfts blauw

 

een vlinder lanterfant
bij de buren, gaat mijn tuin door,
zwiert hoog de lucht in

 
 

Vorige pagina: Haiku 37          Volgende pagina: Haiku 35