Haiku 4

 

zeegeuren ― de wind
voert ze stilaan landinwaarts,
van veraf naar hier

 

naderhand vindt hij
waar zij jarenlang naar zocht,
haar blauwe vulpen

 

in de middagzon
een sliert processierupsen ―
onderweg naar iets

 

zij schiet in de lach,
komt er haast niet meer uit
― niemand in de buurt

 
 

Vorige pagina: Haiku 5          volgende pagina: Haiku 3