Haiku 40

 

een oeverzwaluw
raakt het water – even maar –
dat ervan rimpelt

 

een handvol perzik,
rood en zondoorstoofd,
dan mijn ogen dicht –

 

mijn ouders graf
raakt met ieder om hen heen
zacht ondergesneeuwd

 

tussen alle door
een distelvink bij schemer,
door zang bevlogen

 
 

Vorige pagina: Haiku 41          Volgende pagina: Haiku 39