Wij keren samen terug naar mijn geboortegrond.
Het dorp, het is er nog, na bijna vijftig jaar.
Een zachte regen staat over het land,
de uitvalsweg, het huis, voorlaatste in de rij,
waarin ik yes en no van de soldaten leerde.
Mijn vader zegt niet veel, blijft liever in de auto.
Zijn hele leven trekt hier als een film aan hem voorbij,
terwijl ik buiten loop en aanleg voor een foto.
Waarom? Ik weet het niet. Misschien
leg ik een schaduw vast van iets dat
mij veel later pas te binnen schiet.
Een flard geschiedenis voor het
moment dat niemand er meer is
om te onthouden hoe het was.
We rijden weer. De tijd van toen
sprekend uit onze ogen. Terwijl we
andere dingen zeggen, andere dingen doen.
Kees Hermis
Vorig gedicht: Zonder titel volgend gedicht: Vader