waar de dalbeek stroomt
zingen al deze stenen:
de wilde kers bloeit
Onitsura,1661-1738
weinig te hebben,
maar deze grote vrede
– en deze koelte
Kobayashi Issa, 1763-1827
Henk van der Werff, Hoogland/Amersfoort
Simon Buschman, Zuid-Spanje, Islantilla
lenteregen
onbewogen staart de kat
naar passanten
samen langs zee – het wordt eb
hoog de zon – de vloedlijn droogt
jutterspaadje
met de zeewind in het haar
keert ze terug
ooit stevig aan moeders hand
neuriënd – ieder voor zich
dagen, eindeloos
ze plukt bloemen uit de slootkant
voor thuis, op tafel
nog even het maanlicht zien
dan de gordijnen sluiten
* * *
op de rand van slapen
de vertrouwde geluiden
van de nacht
en wat je óp doet schrikken:
twee F-zestiens in duikvlucht
Foto: Henk van der Werff
Henk van der Werff:
Tijdens het schrijven van de renga ‘Nu er tijd is’ ging het voor mij steeds meer de richting op van mijn jeugd waar ik de ideeën vandaan haalde.
Mijn beginhaiku verwoordt het tijdloze dat je nog als kind ervaart – het is lente, er is nog tijd genoeg om niets te doen. In de vervolghaiku’s komt langzaam het vergroten van je wereld aan de orde, eventueel aan moeders hand.
Een jutterspaadje: als kind is dit spannend want je hebt geen idee waar het naar toe leidt. Maar wanneer je ziet dat een bekende daar na een heerlijke wandeling uit terugkeert, wordt het spannend om zelf te onderzoeken wat daar is.
Wát je eveneens ervaart op zo’n dag uit je jeugd: uiteindelijk is er altijd weer de slaapkamer met de maan en zijn er de vertrouwde geluiden in de veiligheid van het huis van waaruit je weer nieuwe ontdekkingen kunt doen.
op de rand van slapen
de vertrouwde geluiden
van de nacht
De afsluitende strofe laat zien dat er dan nog altijd onverwacht gebeurtenissen op kunnen duiken waar je mee om moet leren gaan.
Vorige renga: Renga met Greet Niederländer Volgende renga: Renga met Bep Grootendorst