Voor Ria Zifkamp, 1950-2016*
Dinsdagmorgen 2 februari 2016: na twee maanden ziekenhuis, LUMC te Leiden, overlijdt Ria vanwege nierbekkenontsteking en darminfecties uiteindelijk aan een hartstilstand bij zware longontsteking.
Ze bleek te zeer uitgeput door alle ellende om nog langer weerstand te kunnen bieden. Door de ontstekingen en darminfecties ging haar donornier bovendien sterk achteruit.
1
M’n lief,
op dagen dat het
leven zoet is, en wij
als in het pril begin,
sluipt soms een weemoed bij
me binnen en wordt het ‘nu’
herinnering
van wat wij zijn,
van wat wij waren; en wat er
van ons worden zal, laat zich al
raden.
Je zult mijn kussen in
je armen nemen, het wiegen
en me grenzeloos
bewenen.
2
Of zal ik bidden dat dit
noodlot jou niet treft maar mij.
Zal ik het beter kunnen
dragen?
Of zullen we,
opdat niet één van ons
stil achterblijft, maar samen
gaan?
O lief,
denk je eens in,
we zetten zelf de wijzers stil.
Jij neemt de grote,
ik de kleine.
Haar is mogelijk veel meer ellende bespaard gebleven. De huisarts zei tegen Ton, haar man: ‘Je weet niet wat je misschien straks mee naar huis krijgt. …’. Een kasplantje, bedlegerig of in een rolstoel.
Ze had ook een versleten heup; wilde geen nieuwe. Gelijk had ze. De kans op infectie bij zo’n operatie is groter bij mensen met een donornier. Haar immuunsysteem werkte nauwelijks meer, vandaar die aanhoudende, ontregelende ontstekingen.
Hoe diep raakt het me
om, los van al het aardse,
bij herfstschemering
uit het moerasriet een snip
weg te horen fladderen.
Hoshi Saigyo, Zenmonnik, 118-1190
Ze heeft veel te verduren gekregen, klaagde zelden of nooit; was bijna altijd opgewekt, ze-ker als het wat beter ging. Dan geloofde ze er weer helemaal in. Hoewel, zij zei wel eens, bijna binnensmonds: ‘tegen beter weten in’.
Intussen schreef zij fraaie gedichten en hield heel zorgvuldig haar dagboek bij, ook in de jarenlange correspondentie met de dichter Hans Warren. Haar steun en toeverlaat was haar man Ton; ze waren 43 jaar getrouwd.
Tot diep in de nacht
een nachtegaal – dan blijft het
tot de morgen stil;
als nagalm in mijn leven:
haar onvervuld verlangen.
* Ria Zifkamp 1950-2016, publiceerde bij De Boekenmaker Geloof mij steeds Correspon-dentie met Hans Warren, 1990-2001, Deel I en II (750 pg.) en de bundel: al jaren lang de-zelfde man, 42 gedichten; ook gedichten in de Meulenhoffs Poëziekalender, in verschillende bloemlezingen en in thema-uitgaven, zoals Vaders – Beelden & Gedichten, Beschouwingen’, Culemborg, 1999, redactie: Simon Buschman.
Vorige vertelling: Dat zinnetje volgende vertelling: Als een verwijzing