in deze grashalm
― wuivend ― blijft de koele wind
al die tijd wonen
Kobayashi Issa, 1763-1827
een bergkoekoek vliegt
naar een eiland ― en allengs
versterft zijn roepen
Matsuo Basho, 1644-1694
1 Henk van der Werff, Hoogland/Amersfoort
Simon Buschman, Zuid-Spanje, Islantilla
windstilte
langzaam draaien de sterren
naar het westen
een bries over het water
en – even wachten – weer een
sporen aan de vloedlijn
een krab schaart door het zand
zijwaarts bewegend
kalm draagt de wind zeegeuren
landinwaarts – een leeg gehucht
2 Simon Buschman, Zuid-Spanje, Islantilla
Henk van der Werff, Hoogland/Amersfoort
langs een heuvelflank
volgt de herder zijn geiten –
het weids geklingel
als bloesem in een windvlaag
zwermen vlinders uit een boom
hoog op een rotsblok
in mijmering verzonken …
wat beseffen wij
het geluid van de branding
onzichtbaar achter het duin
3 Henk van der Werff, Hoogland/Amersfoort
Simon Buschman, Zuid-Spanje, Islantilla
het water, roerloos
een klein zeil wordt gehesen
voor wat schaduw
een buizerd scheert, slaat de prooi
– de lome middag houdt aan
rusteloos wakend
– traag waaiert de kudde uit –
de herdershond
bij schemer de maan; er volgt
wat eigen aan de nacht is
Foto: Henk van der Werff
Henk van der Werff:
Het algemene idee tijdens het schrijven was bij mij steeds gerelateerd aan de titel: ‘Wat er gebeurt’. Voor mij hield dat in dat er ogenschijnlijk rust is. Ondertussen gebeurt er toch iets, maar zo subtiel dat het nauwelijks opvalt. Het gaat daarbij in de eerste subrenga om de sterren die draaien, af en toe een bries, eventueel met de geur van de zee of een krab die op het strand rondscharrelt. Maar verder: niets!
In de tweede subrenga gebeurt er wat meer, maar de vraag daarbij is: wat weten we er nou echt van? Zo’n herder op een berghelling ziet er schilderachtig uit, zeker met het geklingel van de bellen. Maar weten we hoe het is om zijn leven te leiden? De vlinders die plots uit een boom komen dwarrelen, het ziet er prachtig en sprookjesachtig uit. Maar wat is de reden dat dit zo plotseling plaatsvindt? Is er iets gebeurd in die boom? Vanwaar die onrust? Wat we ons hierover proberen voor te stellen is als het geluid van de branding achter het duin – we weten dat er een kust is, maar als we niet gaan kijken, blijft het gissen wat we aantreffen.
De derde subrenga keert terug naar de rust uit subrenga 1: er gebeurt niets. Een zeiler hijst ondanks het gebrek aan wind zijn zeil om in ieder geval wat schaduw te hebben, een buizerd slaat een prooi die wellicht door de hitte bevangen is en niet alert genoeg was. Uiteindelijk dooft de renga met de aanduiding dat we de dingen laten zoals ze zijn: Alles eeuwigheid vanavond zoals Job Degenaar in zijn reflectie schrijft.
Vorige renga: Renga met Renate van Duuren Volgende pagina: Reflectie van Job Degenaar