Thb Henk van der Werff + Refl. Chris Van de Rijck

langs de waterlijn
waar de wind en het getij
samenkomen
gaan wij, ondanks tegenwind,
naar het einde van eindeloos

Weggedoken achter het glas van een strandtent wachten we op de warme chocolademelk die we besteld hebben. We hopen hiermee weer een beetje op temperatuur te komen, want er staat een straffe, koude wind.

Uit een hotel even verderop aan het strand zien we een man en een vrouw naar buiten komen, gekleed in een badjas. Ze wandelen rustig pratend naar de zee. Daar aangekomen trekken ze hun badjas uit en staan dan – alleen gekleed in badkleding – in de koude wind. Ze rennen naar het water en nemen een duik, tot verbijstering van passerende wandelaars.

Als ze er genoeg van hebben, komen ze het water weer uit, drogen zich af en trekken kalm hun badjassen weer aan, waarna ze rustig naar hun hotel teruglopen.

Wij kijken ze na, onze handen geklemd om de warme bekers.

aangespoeld
aan de vloedlijn
een handschoen

Henk van der Werff

Dialogen - Simon Buschman

Reflectie

Aangespoeld

De tanka waarmee de tanhaibun begint, plaatst ons op het Amelandse strand aan de vloedlijn. Dit roept bij mij onmiddellijk een gevoel op van verbinding: we zijn één met de wind, het tij – wij samen, met elkaar.

De tankaregels bevestigen een gevoel van verbondenheid. Als koppel denk je dat je samenblijft en dat geluk eindeloos is. Naarmate je ouder wordt, komt er echter meer ongemak – ook tegenwind. Ondanks dit ongemak wandel je verder naar het laatste stukje, naar het einde van eindeloos.

In de volgende alinea worden we voorbereid op wat komen zal. Samen met de auteur nemen we plaats in de strandbar. Dit maakt ons tot waarnemer. En even later zien we een man en een vrouw: het echtpaar neemt een duik in zee, zelfs al staat er een straffe, koude wind …

Artsen gaan ervan uit dat deze duik leidt tot een fijn, ontspannen gevoel. Goed voor zowel onze mentale als fysieke gezondheid.

Vervolgens: wanneer de zwempartij tot verbijstering bij voorbijgangers leidt, wordt het duidelijk dat niet iedereen hiervoor te vinden is. Het is een confrontatie, het gedrag wordt als vreemd ervaren. Kan deze confrontatie leiden tot een gevoel van verlatenheid zoals de haiku subtiel aangeeft?

Aangespoeld … een handschoen, van zomaar iemand. Vreemd toch? Om onze weerzin tegen vreemdheid niet al te zeer te proeven, kijkt ieder ernaar, maar dan wel op veilige afstand. De haiku sluit daarmee op verrassende wijze de vertelling af.

Chris Van de Rijck

 

Vorige tanhaibun + reflectie: Theo Fransen + Erik Heijerman          Volgende tanhaibun + reflectie: Vera Bergman + Arie de Kluijver