m’n beer met één oog
vertelde ik van alles
over van alles
Nog steeds heeft m’n beer een eigen plaats in de muziekwand met uitstekend afgestelde microfoons, – die trouwens in een netwerk door mijn appartement lopen – met langspeelplaten en vooral met een keur aan cd’s. Van tijd tot tijd neem ik beer van haar plaats, dein met haar op de muziek die aanstaat, geef haar een zachte kus, zet haar terug. Het meest bijzondere van het aantal beer-bijzonderheden is haar geur.
Moeder besprenkelde haar elke zondagmiddag – lang genoeg voor het slapengaan – heel lichtjes met haar eigen eau-de-toilette. Dat doe ik ook, eens in de zoveel tijd. Wanneer ik een andere geur aanschaf, wordt beer eerst in een sopje ontgeurd. Voor kleine reparaties is zij viermaal naar een poppendokter geweest. Natuurlijk nooit voor het opzetten van een tweede oog.
Beer was er kort voordat ik geboren werd. Moeder zocht stad en land af naar de beoogde beer. Totdat een straatgenote zei ook berenpoppen te maken. Ze overlegden met elkaar over ‘haar slankheid – vooral niet dat breedberige’. Moeder was kort erna ontzettend blij met: ‘Alsjeblieft, je slanke beer.’ Mijn beer vanaf dag één; voor in de wieg en in de slaapkamer waar moeder mij ook de borst gaf en verzorgde; nooit erbuiten.
Vanaf het moment dat ik geluidjes begon te maken, het brabbelen zich liet horen en de eerste woordjes kwamen: beer was erbij. En bij beginnende zinnetjes waren die vrij spoedig voor haar bedoeld. Gauw erna iets van woorden-mooi-aaneen die met een verhaaltje van doen hadden waarbij beer de luisteraar werd. En ik zong melodietjes met bedenkseltjes erin. Moeder besteedde veel tijd aan ons samen praten en zingen. Ik praatte beer & moeder op den duur de oren van het hoofd; en zong voor en met hen ook zomaarliedjes.
Samen met moeder
hand in hand overal naartoe;
dan de schooldagen;
nu mijn geleidehond: Max –
steeds heel gewoon dicht bij me.
Vera Bergman
Reflectie
Scene 1:
Muziek kabbelt. Het huis ademt de sfeer van een zondagochtend in de jaren zestig. De camera zoemt in op de platenspeler. Clarence Carter zingt ‘I’m easy’. De voordeur kraakt. Een lange man staat met zijn koffer in de deuropening. Hij zwaait nog even. Er is niemand. Alleen in de wieg ligt een knuffelbeer met één oog. De deur klapt dicht, een auto start en rijdt weg.
Scene 2:
Zondagmiddag. Terug in het huis van de jaren zestig. Een babymeisje doet haar eerste stappen. Ze valt en ze huilt. Haar moeder pakt haar op. De moeder wil haar dochtertje troosten. Ze loopt naar de wieg, maar de wieg is leeg. De camera zoomt in op een oude wasmachine. Achter het glas draait de knuffelbeer rondjes.
Scene 3:
Zondagmiddag vele jaren later. Hetzelfde huis. Waar de platenspeler stond, staat nu een Sonos Era smart speaker. Taylor Swift zingt ‘Fortnight’. De voordeur kraakt. Een slechtziende vrouw komt binnen en loopt naar de kast waar de knuffelbeer in staat. Ze knuffelt de beer en ze ruikt eraan. Ze houdt de beer tegen haar hart en zingt met haar ogen dicht mee met Taylor Swift.
Scene 4:
Zondagavond. Een auto komt aanrijden. Stopt voor het huis. Weer kraakt de voordeur. Een lange man stapt naar binnen. In zijn handen heeft hij een puppy. In een flash forward wordt de puppy een blindengeleidehond. De camera zwaait naar de hond van de slechtziende vrouw. Zoomt in op het naambordje. De naam van de blindengeleidehond is Max.
Arie de Kluijver
Playlist:
Clarence Carter: https://www.youtube.com/watch?v=UQ99yAvPW1E
Taylor Swift: https://www.youtube.com/watch?v=q3zqJs7JUCQ
Vorige tanhaibun en reflectie: Henk van der Werff + Chris Van de Rijck Volgende tanhaibun + reflectie: Arie de Kluijver + Simon Buschman