Gedicht over zijn vader van Job Degenaar

In de avondschemer, vader,
kom je, jaren jonger, door;
op gewapend glas je arsenaal:
de schaartjes, tangen, Jodium, Aether,
watten en pleisters, de tubes zalven

Onder bestendig melklicht
buig je je over een wond, stelpt
bloed, lecht zwachtels aan, loopt
naar ’t geheime kastje met opiaten

terwijl bladeren jagen, ik je zoek,
nu ik de wonden van mijn woorden
lik, m’n zinnen doof waar ze
het meeste schrijnen

Job Degenaar

 
 

Vorig gedicht: Zonder titel          volgend gedicht: ‘Alle meine Töchter’