Thb Joanne van Helvoort + Refl. Annemiek ten Have

het diepe pad
achter de tralies
van de leeuwenkooi
zo blijven mijn gedachten
alsmaar rondjes draaien

De kamer waar ik sliep als ik bij Grootje was. Waar ’s ochtends, in de bomen naast het raam, ook de fazanten wakker werden. Gordijnen van damast, verschoten in de plooien. Op de mahonie kast de foto’s van vakanties in de sneeuw en van een jongetje, de oom die ik nooit kende. Het Biedermeier bed met een matras vol kuilen.

Het uitzicht op de duinen, de geur van zee. En hingen ’s nachts de wolken laag, dan streek Het Hoge Licht van Westkapelle langs het behang met de vergeelde rozen.

Een-en-twintig-twee-en twintig, licht!

Soms, als ik niet slapen kan, tel ik seconden.

vroege schemer
op de zonnewijzer
stopt de tijd

Joanne van Helvoort

Dialogen - Simon Buschman

Reflectie

Oma Dernison en haar kleindochter Chana, zwakbegaafd, maken vaak op zaterdag een rondje rondom het complex met aanleunwoningen en een verpleegafdeling. In dat rondje liggen wat straten met vroegere arbeiderswoningen, een winkelstraat, de parochiekerk waarvan een zijdeur openstaat. Zij gaan er meestal even naar binnen, bidden wat en steken een kaarsje op. Voor iedereen, zegt Chana dan. Wel wat erg veel, zegt oma. Maar ik wil niemand vergeten, oma.

Wanneer oma probeert uit te leggen dat een rondje maken niet ‘rond’ hoeft te zijn, kijkt Chana haar steeds weer verbaasd aan. Zij kent intussen rond en vierkant, tekent dat, hard op haar potlood drukkend, vaak een tongpuntje uit haar mond. Oma zegt, vooruit, we kunnen ook een vierkantje wandelen. Of een straatje om gaan. Het duizelt Chana. Kom, we gaan een kopje thee drinken. Het wordt weer rustig in Chana, zij glimlacht naar oma.

Wanneer er circus is, vindt oma dat geweldig. Zij gaat tweemaal naar een voorstelling. Eenmaal met woongenoten, dan met Chana die ze dan van alles kan vertellen. Chana is vooral weg van de paarden die in de circusbak rondrennen maar bang voor de wilde die-ren in kooien. Na de voorstelling gaan zij naar al die dieren kijken. Oma heeft twee zakjes bij zich: met stukjes brood, met stukjes vlees. Oma geniet, Chana griezelt nogal eens.

Chana mag ook bij oma in de logeerkamer overnachten. Ze is dan vroeg wakker, kruipt bij oma in bed. Als die goed en wel wakker is, vertelt zij verhaaltjes. Chana valt weer in slaap.

In de eetzaal mag Chana meehelpen met afruimen. Dat is feest voor haar. De woongenoten kennen haar intussen en laten dat merken; sommige woongenoten zijn ver weg. Chana geeft ieder van hen een kus; en vertelt oma over haar afruimervaringen. De schat.

Annemiek ten Have

 

Vorige tanhaibun: Chris Van de Rijck          Volgende tanhaibun + reflectie: Inge Steenmeijer + Chris Van de Rijck