Daarboven

Onderweg naar huis zijn zegt nog niets over daadwerkelijk thuis komen.

Martha Nussbaum, filosoof en ethicus

Haar lieve grootvader (van opa wilde hij niet horen) is tijdens en na WO II commando bij het Korps Commandotroepen; tot zijn veertigste, met erna een regeling tot zijn leeftijdspensioen – en een onderscheiding. Hij wordt jeugdhockeytrainer, loopt iedere dag hard, reist door Afrika, verzamelt lokeenden met een foto van de werkplek, zoals hij die noemt; uitsluitend in zwart-wit.

De commando-eenheid was gespecialiseerd in het ontregelen van militaire strategieën, in valkuilen opzetten voor ‘wankele’ politici; en met onverholen moed in rigide systemen infiltreren.

elf ridders rijden
door een snijdende sneeuwstorm
– geen wendt het hoofd af

Masaoka Shiki, 1867-1902

Zijn dubbelganger en hij weten menige slag te slaan; zonder dat duidelijk wordt hóe. Zij houden dat voor zich. Hij vertelt zelden over de dienst en zijn werk daarin: ons biechtgeheim; en dat werd meer geëerbiedigd dan menig geestelijke kon! Dat had hij ervaren bij opdrachten in Spanje waar de geestelijkheid zich vaak lafhartig gedroeg; en zelfs dát weinig bedreven of fijntjes. En, het gemak waarmee arme sloebers geofferd werden; dát trof hem en zijn dienstmaten. Soms brachten zij ze in veiligheid, hielden ze uit handen van de clerus. Dat vonden zij geen grote verdienste maar puur een kwestie van moreel fatsoen. Daarna wachtte een opdracht elders in Europa dat jarenlang bijna overal in oorlog was.


Ik liep langs een weg
met honderd bochten, bezocht
tachtig eilanden;
moet ik zó almaar voortgaan,
verder, verder van mijn thuis.

Anoniem, tussen 300 en 1000 AD

Als Gerard met vroegpensioen gaat, zegt zijn vrouw al jaren een ander te hebben. Hij kijkt haar aan, knikt, stelt haar voor om die avond een etentje buiten de deur te hebben. Drie weken later is er een echtscheidingsconvenant dat zij na gedeeltelijke voorlezing, verder ongezien, ieder ondertekenen. Ze blijven vrienden voor het leven, zien elkaar vaak, doen op hun trouwdag steeds iets cultureels, niet, zoals zelden, iets persoonlijks.

Hun zoon komt bij hem wonen, de bovenetage wordt ervoor verbouwd. Hij trouwt met Ilonka. Ze krijgen een dochter, Natasja, maar het huwelijk strandt. Ilonka gaat in de buurt wonen; omwille van het contact met hun dochter. Echter, na enkele – bijna geruisloze – jaren verhuist hij naar Cambridge waar hij een jaarlijks muziekevenement kan gaan coördineren. Ilonka heeft er begrip voor.

Een bankje in het groen

Foto: Marianne Kieft

Natasja is Gerards oogappel. Zij groeit soepel groot, gaat geschiedenis studeren en wil afsluitend een werkstuk schrijven over het ‘Korps Commandotroepen’. De titel ervoor is er reeds: Grenzen ken ik niet, heb ze wel. Haar grootvader zei alle medewerking toe.

Door vele landen
marcheren wij, ruggen recht,
naar een nieuw gevecht;
en weer voort – zullen wij ooit
nog thuiskomen; bid voor ons …

Anoniem, tussen 300 en 1000 AD

Natasja vraagt hem zomaar eens wat hij in die jaren het allerergste heeft gevonden. Hij is lang stil en fluistert: dat ik een keer met een vrouw van de vijand zonder opdracht naar bed ben geweest. Hij laat het daarbij. Op een dag, kort erna, valt hij bij het klimop knippen van de ladder. Kon zoiets uitblijven?

een bliksem, gevorkt –
hij slaat in op de toppen
van verre bergen

Naito Joso, 1662-1704

Maanden herstel en revalidatie. Maar, het lijkt of zijn wilskracht is gebroken. Hij krikkebeent door het huis, begint zelfs zwaar te drinken. Natasja zorgt voor hem. Op zijn sterfbed vertrouwt hij haar toe: ‘Ik smeek toch zo dat die vrouw ‘van toen’ daarboven is zodat ik haar én, wanneer zij straks bij mij komt, jouw lieve grootmoeder eindelijk sorry kan zeggen. Tja, Natasja: voor beiden mijn hémelse excuses.’

De zomers komen
met hun alomvattend groen,
zware regens én
houden iets lichtvoetigs dat
buitentalig blijft – er ís.

 
 

Vorige vertelling: Tanbun en haibuns          volgende reflectie: Hemelse excuses?