Tanbun en haibuns

Voorlopig nog wel

Het is nauwelijks om aan te zien, hoe spectaculair en ontzagwekkend ook; een hoogtepunt van collectieve intelligentie, van geurinstructies, een volmaakte strategie, door niemand bepaald maar in het lijfje van elke mier ontwikkeld: de juiste aanpak voor gebiedsuitbreiding, verdelging, die samenwerking.

Het mierenleger
op oorlogspad, niets ontziend,
voert buit na buit af
– verdelgt ook soortgenoten,
anders van geur, wel dapper.

Dit overstijgt zelfs waartoe de mens zichzelf in staat acht. Hier moeten wij in alle nederigheid erkennen het in onze oorlogszucht tegen af te leggen.

Een enkele maan
aan een wolkenloze hemel,
stralend en helder;
toch – wij strompelen wat rond
in wereldse duisternis.

Sojun Ikkyu, Zenmeester, 1394-1481

De mier is in ‘oorlogszucht én meedogenloze gevechtsvoering’ onze meerdere; voorlopig nog wel. Er wordt intussen veel studie naar gedaan …

 

Regen of niet

De merel hangt lichtjes achterover en trekt, trekt, trekt – met korte stootjes – een regenworm uit de grond, haalt deze een paar keer door het gras om het zand van het lijfje te vegen, snavelt hem in één keer doormidden, vliegt weg met beide helften, nog heftig kringelend.

de purperreiger
spietst – in een flits – een kikker,
loopt er groots mee rond

De betrekkelijkheid van onze levensduur: het eventjes maar – of het levensmoe worden van het langdurig, almaar vermoeider ouder worden.

hóe krekels zingen –
daaraan is niet te merken
dat ze snel sterven

Matsuo Basho, 1644-1694

 

Vanzelfsprekend

alleen dát geluid –
maar het is ook een avond
van zomerregen

Kobayashi Issa, 1763-1827

Tot voor enkele jaren is Nederland me óók vertrouwd geweest door de seizoenswisselingen. Hiernaast kon je tevens ‘een poosje zuidelijk naar de zon gaan’. Het subtropisch klimaat kent amper seizoenen, zeker geen winter. Het zomerse ligt het hele jaar aan het weer ten grondslag, op enkele, soms heftige regenperiodes na, doorgaans een paar dagen, soms wat langer. Zelfs in de lente en zomer zijn er planten met herfstgedrag.

terwijl hier blad valt,
komt daar – hoe tegendraads ook –
al nieuw tevoorschijn

Dat is heel gewoon hier, seizoenen lopen kriskras door elkaar.

 
 

Vorig vertelling: Een goede vriend, Rachmaninov          volgende vertelling: Daarboven