1
Aan zee
is het vandaag
een mooie, losse
voorjaarsdag geworden,
dat lang gebleven —
onwennig niettemin
de golven vingen
op hun beurt
en om en om elkaar
daar op — sprongen
weer omlaag
er snel nog tussendoor
flink hoog omhoog
dan na de val vrij
fluks de branding in
— langszij — dwars op
de passionele vloed
en dat van eeuwen her.
2
Het sneeuwde onlangs nog
zoals ook vorig jaar
aan zee daarginds en hier
rond februari maart
en zelfs begin april
het is maar hoe dat voelt
zeker, momenten
met stagnaties
— en jaren dat er niets
waarachtig niets gebeurt
jij je afgewend beschermt
— en dan weer lenig ópveert
het milde lentelicht
doorkruist in pirouettes
struikgewas bosschages
— en overal die zang
jij jogt er hip-hop tussendoor
een hinde, zou je denken.
Vorig gedicht: Eigen wegen volgend gedicht: Hermetisch