Deze nacht

Het riet in de winter
wordt doorzichtiger
en breekbaar

schraal

— anders van toon
nu een vriesdunne wind
er doorheen trekt

dat licht schurend geluid

of regen en hagel
in vlagen wind
er op neer blijven slaan

urenlang;

en toch, moeder,
zoekt een waterhoen
hier, het vraagt wat tijd,

een plekje voor de nacht.

Ooit — ik nog kind —
maakten wij in dit gebied
een wandeling bij nacht

het was toen halve maan.

 
 

Vorig gedicht: Het schaakspel          volgend gedicht: Déja-vu