Een heuse daad

Verhuizen is niet alleen de door
jou bewoonde plek achterlaten —
je neemt het gevoel van thuiszijn
mee in koffers of je handbagage:

de zondagochtenden, herfstgeur
van populierenblad en lichtinval
de serre in, je ruime boekenwand,
de eethoek en het zonnescherm;
je losgeschroefde buitenlampen.

Verhuizen is de plek van straks
steeds meer in je vóór je zien —
je tekent waar je wonen gaat
uit op het vergeelde gangbehang:

een voordeur met een luikje, de hal
met pas geverfde deuren, de trap,
een brede vensterbank, de schouw,
een houten bank voor in de tuin;
zo jarenlang maar mooi verwilderd.

Verhuizen is een heuse daad —
een urenlange avondwandeling,
het maanlicht op de velden zien,
besluiten dan om wég te gaan:

een uilenroep, een vrachtvliegtuig
en ook die tintelkoude stilte; en
waar ik echt op wachten kan — de
leegte van het vorig huis gaat mee;
vervaagt wel wat; tot dit moment.

 
 

Vorig gedicht: En duurt          Volgend gedicht: Bij nacht