Heel de dag al gaan er grootse, witte wolken voorbij, waardig als in een Maria-processie.
het lege landschap,
de droge sloten – een lucht,
volwit van wolken
Guillermo denkt na over zichzelf en de wereld maar speelt het liefste viool, te beginnen met bladmuziek en dan, ja, hoe gaat dat eigenlijk. In ieder geval, hij gaat er in óp. Zijn kamer ligt aan het eind van de gang; de wand met de deur heeft geluidswering. Ernaast is de linnenkamer. Hij kan lang naar buiten zitten kijken, ellenbogen op de vensterbank, het hoofd in zijn handen. Over vlinders weet hij veel; ze blijven hem mateloos boeien.
hierheen en daarheen
fladdert een gele vlinder
over het water
Masaoka Shiki, 1867-1902
Ze zijn kwetsbaar maar ook dapper, opgewekt, ja, groots.
een witte vlinder
wappert zijn vleugels, legt ze
breeduit te zonnen
Hij woont hier sinds een jaar of vier; zijn psychoses werden te heftig – er is betere medicatie gevonden. Met zijn psychiater kan hij het goed vinden, ze lachen wat af; en práten; of dan de tijd wegvalt.
Zijn ouders en een volle neef komen eens per veertien dagen langs, op zondagmiddag. Met Efraim gaat hij direct aan het schaken. Dat voorkomt dat zijn vader niet weet waar hij het met Guillermo over moet hebben en dat zijn moeder bij iedere vraag of antwoord luidruchtig begint te snotteren.
Wel hoort hij de laatste dorpsnieuwtjes; dat er vorige week vier wegen geasfalteerd zijn. Zijn vader vindt die geur van verhit asfalt zo heerlijk. Hij gaat er altijd vlakbij staan, zogenaamd om te zien hoe het allemaal in zijn werk gaat. Af en toe maakt hij er met de werkmensen een praatje over.
Efraim en Guillermo spelen doorgaans drie, vier partijtjes schaak. Het wordt meestal snel remise vanuit herhaling van zetten. Ze zijn goed aan elkaar gewaagd. En dan vindt iedereen het wel weer welletjes geweest.
na een wijde bocht
splitst de rivier ― zijn armen
gaan op in de mist
Shirao, 1735-1792
~ ~ ~
Tijdens de avondmaaltijd, een drukte van jewelste (en dat geluid van die lege borden die gestapeld worden, dat gekletter), komt Solana weleens bij hem zitten. Zij spreken af wanneer zij naar zijn kamer komt, wil dan direct van alles – maar stelt daarna voor dat hij mag toekijken.
Daarna is zij weg en gaat Guillermo meestal een uurtje wandelen. Hij heeft het er doorgaans met zijn psychiater over. Zij luistert even aandachtig als altijd en weet hem tot verder vertellen te brengen. Dat lucht hem op; bevestigt ook dat er niets bijzonders aan de hand is. Na zo’n gesprek zitten zij altijd in stilte wat na; ieder met eigen gedachten.
na uren zwemmen
lagen ze na in het gras
– zoals eenden doen
~ ~ ~
Sinds kort doet hij de post in de vakjes, leegt de vier afdelingsbrievenbussen, brengt de postzak naar het hoofdkantoor. Op een dinsdag zit de receptioniste daar, onlangs overleed haar man, te snotteren zoals zijn moeder doet, almaar doet. Om echt gek van te worden; of er razend van weg te lopen.
een apenschreeuw, hees ―
wit blinkt zijn gebit; de maan
rijst over de berg
Masaoka Shiki,1867-1902
Guillermo slaat erop dicht, keert zich bruusk om, fietst naar het dichtstbijzijnde dichte dennenbos, gooit de postzak leeg, maakt met twijgen een heftig crematievuur, danst in het rond, stoot almaar rauwe oerklanken uit.
~ ~ ~
In een hoek van haar kamer vertelt en vertelt hij erover. Dan komt zij naar hem toe, omarmt hem, drukt hem aan haar borst. Hij schokschoudert lichtjes, klemt zich aan haar vast. Zo staan zij; met alles van soulmates.
het weidse landschap
heeft twee kanten – weerszijden
van deze rivier
Vorige reflectie: Tezamen volgende vertelling: Aldus. Misschien. Wat blijft.