En toch

zachte zomernacht –
hoe de volle maan voortsnelt,
wolken in en uit

Ranko, 1726-1799

het grootse moment:
de vleermuizen vliegen uit,
tjikkend rond elkaar

Simon Buschman

Dialogen - Simon Buschman

1 Kees Donkelaar, Limburg
Simon Buschman, Zuid-Spanje

mergelgrotten in
om met mijn vriend vleermuizen
te detecteren

met gebarentaal want doof
de vleermuisuittocht volgen

mijn wereld, anders –
leeuweriken zien klimmen
hun zang nooit horen

los van hun gegak ganzen
op trektocht: je kijkt ze na

2 Simon Buschman, Zuid-Spanje
Kees Donkelaar, Limburg

met je ogen dicht
aan de trillingen voelen
hoe hun gedrag is

in een wereld van doven
de enig horende zijn …

als het donker is
geurpatronen vangen –
als bewegingen

heb dus niet met mij van doen
men weet niet half wat ik kan

3 Kees Donkelaar, Limburg
Simon Buschman, Zuid-Spanje

bij de open haard
de warmte voelen, het hars
in stronken ruiken

met jezelf in gesprek zijn
en af en toe opkijken

het ontbrokene
schuilt niet in mij – de ander
weet er geen raad mee

elkaar schrijven en wat kan
gebaarlijk leren zeggen

Dialogen - Simon Buschman

En toch - dialoog tussen Kees Donkelaar en Simon Buschman

Kees Donkelaar:
2011 – De Europese Dag van de Vleermuis. Simon gaf, samen met 66 medeauteurs, een boek uit dat goeddeels over die bijzondere beestjes gaat: De vleermuizen vliegen uit.

Zo ontmoette ik hem, kon vertellen over onze wereld. Een paar honderd vleermuisgekken richten een leven naar die kolonies in. Bovendien, wij als de vleermuisgroep – meestal in koppels – zijn nogal geïsoleerd, wij leven een beetje terzijde van de dagelijkse werkelijkheid.

Daarbij, ik ben doof, heb bijzondere redenen om van deze passie mijn levenswerk te maken. Het is een onvoorwaardelijke keuze. Het was goed er voor mezelf weer eens bij stil te staan dat ik dit besluit ooit nam.

En natuurlijk, Simon stelde er indringende vragen over. Vooral: ‘Richt jij je meer op het weten of vraag jij je ook af wie jij bent in relatie tot de vleermuis? En: heb je enig idee of een vleermuis beseft dat hij een vleermuis is?’

Met die vragen kan ik nog steeds verder. Dat bleek onlangs toen wij elkaar spraken in verband met deze notitie. Inderdaad, de vleermuis verhoogt mijn levensvreugde in die ik er voor dat beestje ben, samen met collega’s en een jarenlang vast nachtteam.

Mijn doofheid blijkt daarin te integreren te zijn, zelfs iets extra’s te betekenen: een andere manier van ‘aandachtig luisteren’:

heb dus niet met mij van doen
men weet niet half wat ik kan

Dialogen - Simon Buschman

En toch - dialoog tussen Kees Donkelaar en Simon Buschman

Foto: René Rhee

Simon Buschman:
Sinds de jaren dat ik als directeur-orthopedagoog werkzaam was in een audiologisch centrum voor (ook zeer jonge) kinderen, jongeren, ouderen, veelal ouders, besef ik beter wat doofheid & slechthorendheid inhouden; ook in relatie met goedhorendheid.

Het gaat dan niet alleen om kwantitatieve verschillen maar vooral om de kwaliteit van goedhorendheid in relatie met slechthorendheid en doofheid; en dat vice versa. Een geluid horen is echt niet hetzelfde als een geluid begrijpen, b.v. in het verstaan van gesproken taal, klokgelui horen, naar muziek luisteren.

Heel veel woorden zeggen iets over het geluid dat ermee samenhangt en dat aldus benoemd én begrepen kan worden, zoals een langs denderende trein, een hinnikend paard, in schaterlachen uitbarsten. Wanneer het geluid niet van-zelf-sprekend verbonden is (ook visueel) met het woord, dan vragen verstaan, begrijpen en gebruiken heel veel extra.

Kees kan miniem geluid opvangen en in een gesprek ‘de ander/anderen’ slechts verstaan met hulpmiddelen, zoals hoorapparaten en gebarentaal inclusief liplezen. Daar is hij zeer vaardig in geworden. In zijn ‘vleermuiswerk’ is hij tevens een meester in het sonogram, de vertaling van geluidsdetectie van vleermuizen op schrift.

Zijn ouders, beiden vanaf hun geboorte doof, hebben hem van jongsaf laten deelnemen aan ‘al dat bijzondere maar ook hoogstnodige’. Menig keer willen dove ouders dat niet; ze blijven dan liever binnen de inner circle. Gelukkig neemt dat meer en meer af. Dit laatste houdt vooral verband met aandacht voor de persoon die doof of slechthorend is – met daarbij aandacht voor het gezin, de school en de dichtbije en meest brede sociale context. En natuurlijk: het speciale onderwijs en allerlei vormen van specifieke en geïntegreerde dienstverlening.

Het gaat immers bij ‘beperkingen’ niet alleen om waarachtig gericht zijn op gelijkwaardigheid maar vooral op evenwaardigheid. Die emancipatie bij en samen met dove en slechthorende mensen krijgt steeds meer ‘daadwerkelijkheid’ en scoort steeds meer effect; verrijkt de contacten middels begrip én medemenselijkheid. Peter van Veen schreef in die sfeer een schitterende biografie over Johan Wesemann: Branieschopper in een stille wereld, 2020.

 

Vorige pagina: Reflectie van Job Degenaar          Volgende renga: Renga met Henk van der Werff