In de vertraagde, kantelende tijd
— de toekomst naar ons toegewend —
geven wolken niet langer gehoor
aan welke windrichting over
zeeën landen vlaktes meren dan ook;
ze maken met elkaar
langgerekte straten
die elders aan de strakke horizon
verzinken in een landschap
het hoge blauw een dorpenrij
of de groengetinte verte
van een in zichzelf gekeerde zee,
nu tot rust gekomen,
— in een kalme golfbeweging
de wolken, diep weerspiegeld, dragend
geen bespiegelingen meer of wat
anders gezegd kan mag durft worden
— er zijn dagen waarin illustere momenten
uit enig maar ruisend alleenrecht bestaan:
dat je ziet gebeuren
hoe wolken voortgaan
boven het meditatieve meebewegen
van vertraagde, oude tijden; illusies
uit hun verband doen kantelen; wolken
blijven om regens hun vrijuit te geven.
Vorig gedicht: Nestgenoten volgend gedicht: Psychotherapie 1