deze maan kwam op,
door het gras woei lage wind,
dan ― die koekoeksroep
Masaoka Shiki, 1867-1902
de avondwind brengt
voldoende gevallen blad
voor een vuur ― vlammen
Taigu Ryokan, Zenmeester, 1758-1831
Gerard Verbeek, Nederland
Simon Buschman, Zuid-Spanje
fataal, dat moment
jij bent uit ieder leven
in niets weggevaagd
wat gewoon was, staat nu haaks
en jij verzinkt in haar dood
de jongens roepen:
naar het bos, mama zoeken;
dan: ja, haar foto
ben er, samen de dingen doen;
bewonder daarbij je kracht
mama in de grond,
een mol? – die kleine molshoop
achterin de tuin?
als huisman geen tijd voor niets
de boys dansen erin mee
* * *
toe aan mijn verdriet?
ze is er gewoon nog steeds,
die glimlach van haar
ieder gaat een eigen weg,
daarin: wacht de avondwind
Foto: René Rhee
Gerard Verbeek:
We schreven de renga ruim een jaar geleden, een geheel nieuwe ervaring na de schok van Iris’ dood. Iris was en is mijn grote ‘voetganger’; ik loop zo graag in haar spoor mee; zelfs: volg haar tot in het kleinste. Maar, werd me duidelijk door onze uitwisseling en het gesprek erover: er zit een andere kant aan.
Mijn moeder, weduwe, heeft de zorg voor de jongens op zich genomen, voedt ze in feite op en betrekt mij erbij als hun vader.
Maar, ik wil (en dat is het verworven inzicht) ‘een man’ worden. Het was zo waar: ‘wacht de avondwind’. Ik ging eerst onderuit, krabbelde weer op.
Er zijn intussen momenten dat ik verbaasd ben over mijzelf; vooral blij: onderweg naar ‘een volwassen man’; straks ook zó vader-zijn.
Foto: René Rhee
Vorige pagina: Reflectie van Job Degenaar Volgende renga: Renga met Henk van der Werff