In je buurt

Weet je, jij bent er niet meestal — maar altijd,
elk uur van de dag, seizoenen, ook als je slaapt,
aan de telefoon — of van tijd tot tijd verdrietig
om hoe je opnieuw verkeerd begrepen wordt.

Je kent — om zoveel meer — de stapelwolken
in hoe ze hun grijzig schaduwbereik breeduit
over landschappen laten schuiven; voortgaan
— tja, ze zouden je dan bijna willen troosten.

Weet je, ik kan zo, ja zó, uren in je buurt zijn
terwijl we intussen ook allerlei dingen doen
— de tuin, de berging opruimen, wat fietsen,
want niets, niets daarvan leidt me van jou af.

Je houdt om zoveel meer van ware woorden
dan in wat een enkeling soms zegt, beweert,
jou tegenwerpt. Waartoe? Jij spreekt je altijd
open uit, durft zéggen. Ik deel dan je gelijk.

 
 

Vorig gedicht: Zij          volgend gedicht: Een wandeling