Hij streed zijn eigen strijd
in een wereld
zonder tijd en ruimte.
Ik herkende in zijn zwijgen
taal van rechtvaardigheid.
Hij wist van heimwee, van verdriet,
van vroege ochtendmist aan de rivier.
Hij kon het water van zijn jeugd beminnen
en bleef het lied van wind en regen trouw.
Mij bleef te strijken slechts
langs hoofd en haren;
te kijken naar zijn sterke handen
die hulpeloos gebaarden
als wilden zij
steeds ons bekrachtigen
en mij, zijn kind.
Rikie Driessen
Vorig gedicht: Op weg naar het blauw volgend gedicht: Zondag op groen gras