Nooit voorbij

Zij vindt het op z’n minst weinig stijlvol. Dat is te zacht uitgedrukt. Het voelt dag in dag uit als regelrecht verraad. Terwijl hij liegt, overtuigt hij haar met z’n charmes en argumenten die hij ter plekke verzint; en kijkt haar brutaal open aan. Maar ook zij gedraagt zich zo, misschien niet zo nadrukkelijk.

de jager legt aan –
de fazant zigzagt verder,
fout afgeschoten

Hun relatie heeft alles van dat ingewikkelde spel van jagen en (op)gejaagd worden; in steeds wisselende hoedanigheden. Vaak is niet te onderscheiden wie met wat bezig is; de ander uit het oog verliezend; als verloren geraakt in het eigen spel met alles van kleinering. Een spel zonder regels en codes; zonder respect.

Ruziënde mussen

Foto: René Rhee

Het sleept zich voort totdat eindelijk een van hun kennissen, laten we zeggen: een van ‘de drijvers’, opstaat en in koele, kalme, gewogen bewoordingen over de jacht van hen beiden vertelt; over hoe ‘t enige dat er nog aan ontbreekt het neerleggen van die ander is: ‘Als het afschot in je vizier is, haal dan de trekker over…’

Hij krijgt maagdarmkanker. Zij is best zorgzaam voor hem; tot in het hospice; en neemt daar vóór zijn sterven voorgoed afscheid van hem. De crematie vindt in kleine kring plaats; er wordt op haar verzoek door niemand gesproken.

het vuurwerk voorbij,
iedereen gaat dan huiswaarts –
hoe donker is het

Masaoka Shiki, 1867-1902

ingeklapte parasols op het strand

Foto: Pierre Emanuel

Soms stelt zij zich hem en zijn sterven voor – zo helemaal alleen; in die hospice-kamer. Moet zij zich er – achteraf bezien – voor schamen? Want, zo vóelt het, dag in dag uit. Zij kan zich maar moeilijk van die ijselijke gedachte losmaken: erna nog een leven zonder hem. Zijn leven van toen dat haar voorgoed bij zal blijven.

hij wierp zijn huid af –
daarnaast ligt hij zelf ook dood,
deze herfstkrekel

Joso, 1783-1861

 
 

Vorige vertelling: Nuestra abuela – Onze oma          volgende reflectie: Of er ooit