Overnachten in een hangmat aan een rivier.
Het tropisch regenwoud op Sumatra is klam. Het leven krioelt rondom me. Er zoemen muggen. Apen krijsen. Een tjitjak op het plafond lijkt de slaap beter te kunnen vatten dan ik.
de nachtvisser
onder de vervallen hangbrug
apenkreten vangen
Een vaag gevoel van heimwee kriebelt in mijn lijf. Ik verlang naar een koele duik in de Noordzee. Stel dat ik een waterdruppel zou zijn en in de junglerivier zou springen. Hoe groot is dan de kans dat ik ooit op een Hollands strand zal landen? Met het beeld van de Noordzeebranding val ik in een onrustige slaap.
zomeravond strand
even verdwijnt de tijd
in onze glazen
als de Noordzee rustig bruist
het zilte op haar lippen
Arie de Kluijver
Reflectie
Go Short bevordert het maken, uitbrengen en verspreiden van korte films – kortfilms. Van Arie komt zijn filmscript, vervlochten met filmmuziekfragmenten, zeker door de selectie.
De camera zoomt bij avond in – met een hangmat in beeld – op een rivier. Dan komt uit de achtergrond, almaar groter wordend, de titel Sumatra hangmat naar voren: de plaatsbepaling. Samen met de eerste tekstregel begint de filmische vertelling: een gebeurtenis.
De eerste script-alinea geeft de situatie op allerlei wijzen weer: klam, krioelt, zoemen, krijsen, beter dan ik. Het roept het gevoel op dat ‘deze-iemand’ in de uitheemse situatie nogal opkijkt van al wat plaatsvindt, er ook gespannen op kan reageren, onrustig van wordt.
Vervolgens, met donkere cellomuziek, wordt vanuit de hangmat ingezoomd op een vervallen hangbrug. Daaronder de nachtvisser. De haiku, surrealistisch getint, kan vanuit verschillende invalshoeken filmisch vertaald worden. Dit alles gericht op het vangen van schrille apenkreten, de nachtstilte tartend.
In de tweede script-alinea wordt een gevoel van heimwee, een verlangen naar elders, naar het eigen thuis, subtiel uitgewerkt. Er vindt in de junglerivier een transformatie plaats van een persoon in een waterdruppel; dat krijgt een vervolg ‘in een onrustige slaap’.
Zoals een paling naar de Saragossazee trekt, zo wordt het uitzien naar de Noordzeebranding filmisch gevolgd; ook het moment dat de waterdruppel als ‘opnieuw een iemand’ uit die branding herrijst. Daarin, vertelt de tanka, vervluchtigt de tijd en vormt zich een wensgedachte: samen naar al dat bruisende (ook van de Noordzee) ‘in onze glazen’ kijken. De-iemand, de-iemand-in-jou, jij-als-die-iemand: je proeft het zilte op haar lippen.
Simon Buschman
Vorige tanhaibun: Vera Bergman Volgende tanhaibun + reflectie: Chris Van de Rijck + Theo Fransen