Taalduet: een nieuw literair concept

Simon Buschman (SB) en Erik Heijerman (EH) stelden de bundel Verteld & Beschouwd samen. Deze bevat 18 literaire vertellingen van SB, met bij elke vertelling een filosofische beschouwing van EH. In deze 18 gepaarde teksten zijn de auteurs voortdurend in gesprek met elkaar, zij voeren steeds weer een dialoog, in het bijzonder via het geschreven woord en daarom zou je van taalduetten kunnen spreken.

Deze term kan op twee manieren worden geïnterpreteerd. Het proces dat leidt tot de totstandkoming van twee gepaarde teksten kan een duet worden genoemd, vanwege de (schriftelijke en mondelinge) dialogen die tot het uiteindelijke paar teksten (vertelling plus beschouwing) leiden. Dat proces is voor de lezer echter niet zichtbaar, en wordt alleen als (dialogisch) duet beleefd door beide auteurs. Maar de uiteindelijke bundel, met zijn 18 gepaarde teksten, kan als zodanig óók als duet worden beschouwd – en dat is eigenlijk de mooiste manifestatie van deze literaire vorm, want: de op schrift gestelde afwisseling van vertellingen en beschouwingen is zelf een duet.

De term taalduet wordt hiermee breed geïnterpreteerd, want de opeenvolging van literaire vertellingen en filosofische beschouwingen in deze bundel is als op zich niet dialogisch: na een beschouwing bij een vertelling begint gewoon een geheel nieuwe vertelling, die geen reactie is op de voorgaande beschouwing. Toch kan de bundel – globaal gezien – wél worden opgevat als een gesprek, namelijk over de condition humaine, een gesprek waarin de verteller de beschouwer voortdurend nieuwe levensgebeurtenissen – anders van toon en strekking – voorlegt om op te reageren.

De afbeelding op de voorzijde van de omslag, een beeldengroep uit Chartres genaamd ‘Afwachtend’, gemaakt door de Nederlands/Belgische kunstenares Hanneke Beaumont, geeft de verhouding tussen de auteurs mooi weer. De beide figuren reiken elkaar de hand, preciezer gezegd: zij strekken de handen naar elkaar uit, op enige afstand gezeten met de blikken afwachtend – en misschien eveneens verwachtingsvol – op elkaar gericht. Een verstilde gebeurtenis, zoals in een taalduet beschreven:

dag en nacht, ook nu
– als in levenden lijve –
op dat knikje wachten

Simon Buschman

ieder een arm naar de ander –
de handen al iets open

Vera Bergman

In de bundel gaat het om literaire teksten, afgewisseld door filosofische beschouwingen. Een andere vorm betreft beeldduetten, dat zijn taalduetten bij ‘beelduitingen’ zoals tekeningen, aquarellen, foto’s en ook knipexpressies. Zo schreef SB samen met zeven auteurs beeldduetten bij een zeventigtal uiterst gevarieerde beelduitingen van Cornelis Hoek. (Zie BEELDDUETTEN)

De kunstvorm waarin het woord duet het meest gangbaar is, is de muziek. Vaak gaat het om twee zangers die met elkaar in interactie zijn. Opera’s zitten er vol mee. Het kunnen ook twee instrumenten zijn. Een prachtig voorbeeld daarvan is de triosonate in c-klein van Carl Philipp Emanuel Bach uit 1749, ‘Sanguineus und Melancholicus’. De twee violen vertegenwoordigen daarin personen met verschillende temperamenten, een opvliegende figuur en een melancholische. Zij redetwisten met elkaar en proberen elkaar wederzijds tot elkaars standpunt te bekeren, totdat ze het aan het eind van het tweede deel met elkaar eens worden: de melancholicus geeft toe en neemt het motief van de sanguinicus over. (https://www.youtube.com/watch?v=Y-JpbbJ_nt0)

Terug naar de bundel Verteld & Beschouwd: van redetwisten was tussen SB en EH geen sprake, wel van wederzijdse belangstelling, verdieping en beïnvloeding. Soms vond EH de vertelling van SB té suggestief of te compact en vroeg hij SB enkele alinea’s te herzien. Omgekeerd kwam het voor dat SB de analyse van EH net niet ‘raak’ genoeg vond, en voorzag hij hem van suggesties om de kern beter te formuleren en uit te diepen.

Zo was er regelmatig interactie (ook in vele gesprekken) tussen de auteurs en kwam bijna als vanzelfsprekend een dialoog op gang, waarin zij probeerden hun teksten steeds nauwkeuriger op elkaar af te stemmen. Gaandeweg lukte dat steeds beter, en begon de een de ander steeds meer te ‘doorgronden’. Dat dat enige tijd kostte is niet verwonderlijk, gegeven het feit dat er sprake is van twee verschillende personen en persoonlijkheden én twee manieren van denken en formuleren: een literaire en een filosofische.

De teksten van de literaire vertellingen roepen beelden, gevoelens en ervaringen op, terwijl in de filosofische beschouwingen de vertelling wordt bevraagd op open eindes, vooronderstellingen, achterliggende concepten. De literaire stem is verhalend, zintuiglijk, evocatief, suggestief, spreekt tot de verbeelding. De filosofische stem is even nabij als de literaire maar toch afstandelijker, beschouwend, kritisch, conceptueel; die stem zoekt naar betekenissen, kaders of vragen.

In de taalduetten ontmoeten beide stemmen elkaar, ze wisselen teksten uit en hebben er gesprekken over, vullen elkaar aan en dagen elkaar uit. Van enige ‘voorrang’ is geen sprake, het gaat immers om een gelijkwaardig gesprek tussen het literaire en het analytische, tussen beleving en interpretatie: een fraaie, evenwaardige vorm van taalduet.

Erik Heijerman