Thuisgebracht

ergens in de nacht
een galpen; niemand lukt het
dat thuis te brengen

De boswachter geeft een driedaagse in nachtgeluiden. Daggeluiden zijn voor ons doorgaans meer bekend, omdat we dan, zoals dat heet, wakker zijn en deze geluiden dag in dag uit zelf meemaken; vooral in onderlinge afstanden zien, b.v. dichtbij, verder weg.

Tussen stiltes door
doet een nachtgeluid kwetsbaar,
vaak verlaten aan;
wie dat leven kent, hoort ook
het vertrouwde, alerte.

Voor velen is het ’s nachts zo anders. De uitdrukkingen ‘De nacht is voor het ongedierte’, ‘Als een dief in de nacht’ geven aan dat ‘men’ de nacht doorgaans nogal schuwt, zich erin bedreigd voelt.

de nacht wordt dieper,
ook de slaap in de dorpen;
ruisend valt water

Taniguchi Buson, 1715-1783

Tanhaibun thuisgebracht - regen op zee

Foto: Pierre Emanuel

De boswachter brengt er voor ons verandering in aan. Een aantal nachtgeluiden worden meer en beter herkend (daarmee treedt al gauw gewenning op) én tevens gelokaliseerd*: zoals het janken van een vos ver weg, de kreet van een prooidier in het veld, de ratel van een nachtzwaluw. Hij heeft er een verzamelbegrip voor:

daarginds in de nacht
een galpen dat herkend wordt,
daarmee thuisgebracht

* Iets of iemand overdag dichtbij of verder weg lokaliseren, vindt in menig opzicht anders plaats dan ‘s nachts. Overdag denk je en kijk je veelal in ‘aangeleerde’ verhoudingen van dichtbij en verder weg, ’s nachts vallen die ervaringen goeddeels weg en dien je in je brein zelf afstanden ‘aan te gaan voelen en die dan vast te leggen’ om ze te kunnen ervaren. Tenzij de nacht je al van jongsaf vertrouwd is of is geworden, voorgoed.

 
 

Vorige pagina: Tanbun – Het ravijn          volgende pagina: Haibun – Tussen de coulissen