Renga

De renga is een dicht- en vertelvorm, voortgekomen uit de tanka, en bestaat eveneens uit vijf regels met als eerste strofe drie regels (doorgaans 5-7-5 lettergrepen; echt niet altijd) en gevolgd door een strofe van twee regels (doorgaans 7-7 lettergrepen; echt niet altijd). Anders gezegd: de renga begint met een hokku van drie regels (de latere haiku), waarna een andere dichter met de wakiku van twee regels (het vervolgvers) aansluit. Van de a-dichter aansluitend naar de b-dichter; dan opnieuw, enzovoort. Met elkaar ontstaat een kettinggedicht.

Als type gedicht wordt de renga ondergebracht bij de parlandopoëzie, het poëtisch proza dat gekenmerkt wordt door een anekdotische verteltrant. Vandaar: de associatieve gesprekspoëzie.

Hieronder een voorbeeld van het begin van een renga. Er vindt na het hokku-begin een uitwisseling plaats tussen een a-dichter en een b-dichter; soms tussen meer dichters: dan is het een poëtisch groepsgesprek.

Renga, bankje

Foto: Henk van der Werff

a-dichter
b-dichter

a
laat in de schemer
– rondom een oude steeneik
drie boomstambanken

b
na wat groeten en gekuch
raken stemmen in gesprek

a
vuurvliegjes dansen
in wirwars, doven, lichten op,
vinden zo elkaar

b
een zomaar-gesprek, lijkt het,
maar daaronder vindt veel plaats

Dialogen – Renga’s

Simon Buschman met:

Nicole Van Overstraeten – Onbestemd
Henk van der Werff – Om er te zijn
Rachel van Lier – De trektocht
Wie reist, reist naar zich toe, Reflectie Job Degenaar

Kees Donkelaar – En toch
Henk van der Werff – Van alle tijden
Nora Schneider – Uitgevloerd
En zij, nabestaande, Reflectie Job Degenaar

Greet Niederländer – Een pelgrimage
Henk van der Werff – Nu er tijd is
Bep Grootendorst – Jaar in jaar uit
Onze aarde, Reflectie Job Degenaar

Michèle van Bentum – Op den duur ineen
Renate van Duuren – Elk woord
Henk van der Werff – Wat er gebeurt
Ternauwernood een vlinder, Reflectie Job Degenaar

Gerard Verbeek – In de buurt
Henk van der Werff – Zonder een waarom
Chris Van de Rijck – Het venster
Twee levensfases, Reflectie Job Degenaar

Marthe Tensen – Waar ik woon I-II-III
Job Degenaar – Zo het ging en gaat